Lemma: Bernlef – Hersenschimmen

Dit artikel is een opdracht geweest voor het college Actuele Discussies in de moderne Neerlandistiek. Doel was een lemma te schrijven voor een literatuurgeschiedenis met daarin belangrijke informatie over het literaire werk én een nieuwe invalshoek. Hieronder het resultaat voor Bernlefs Hersenschimmen.

—–

J. Bernlef is het pseudosynoniem van de dichter en schrijver Hendrik Jan Marsman (1937, Sint Pancras), die zichzelf heeft vernoemd naar een blinde Friese dichter uit de achtste eeuw. Hersenschimmen (1984) is zijn meest bekende werk. Het boek werd in de jaren tachtig goed ontvangen: al in 1986 verscheen er een toneelversie en twee jaar later een film. In 1989 won Bernlef de Diepzee-prijs voor Hersenschimmen. Nog steeds is de waardering voor het boek groot: volgens het publiek van de NRC Handelsblad en de NPS is het het vierde Beste Nederlandstalige Boek ooit (2007). In 2010 verscheen de vijftigste druk.

Hersenschimmen wordt verteld vanuit het oogpunt van de 71-jarige Maarten Klein die met zijn vrouw Vera in Amerika woont. Hij denkt in de middag dat het ochtend is, vergeet hout uit de schuur te halen als zijn vrouw daar om vraagt en denkt veel aan zijn verleden. Langzaam wordt duidelijk dat Maarten dement wordt. Zijn vergeetachtigheid wordt steeds erger: hij kan geen woord meer uitbrengen in zijn tweede taal (Engels), denkt dat hij naar een vergadering moet voor zijn werk en dwaalt ’s nachts door zijn huis en speelt er piano. In overleg met de dokter neemt zijn vrouw een gezinshulp in huis. Maarten verslechtert en zijn toestand is zo erg dat hij naar een verzorgingstehuis moet. Uiteindelijk weet hij niet meer wie zijn vrouw is, maar ook niet wie hij zelf is. De winter die voortdurend terugkomt, lijkt symbool te staan voor Maartens aftakeling en isolement. De laatste zin in het boek maakt duidelijk dat de lente op het punt staat te beginnen, maar voor Maarten is het al te laat.

Doordat de roman geschreven is vanuit Maarten, die steeds meer wegzakt, is het vaak onduidelijk wat er werkelijk gebeurt en wat een herinnering of illusie is. Bernlef speelt in zijn werk vaker met de vraag of de mens wel vat kan krijgen op de werkelijkheid en de problematiek van de waarneming. Ook de herinnering en het vergeten spelen hierbij een rol. Precies die thematiek speelt ook bij het literaire tijdschrift Barbarber, waar Bernlef van 1958 tot 1971 redacteur was. Bernlef wil laten zien hoe de mens ‘gewone’ dingen waarneemt en plaatst de kwetsbare mens, Maarten in dit geval, daartussen. In 1977 zou Bernlef Raster, dat internationaal en experimenteel gericht was, nieuw leven inblazen. Hugo Brems schrijft in zijn deel van de Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur: ‘Ook de duidelijke link met Barbarber én de omstandigheid dat Bernlef in die tijd redacteur was van Raster, tonen dat beide romans [ waaronder Hersenschimmen] zich als het ware op het snijpunt bevinden van verschillende tradities uit de literatuur van de jaren zestig tot de jaren tachtig.’ En over die jaren tachtig: er was destijds nog maar weinig bekend over dementie en Alzheimer. Bernlef schreef er in 1978 het verhaal ‘Oom Arthur’ over en voelde dat er meer in zat. Hij gebruikte zijn verbeelding en enkele medische teksten om Hersenschimmen te schrijven.

De kans is groot dat Bernlef toen heeft gelezen over de Validation Theory van Naomi Feil uit 1982 die destijds veel stof deed opwaaien. Zij onderscheidt vier fasen bij het verloop van dementie. Als eerste is er het stadium van lichte verwardheid. Hoewel Maarten af en toe dingen vergeet, beseft hij dat zelf ook. ‘Mijn geheugen is nooit zo goed geweest’, probeert hij ontkennend. Toch valt ook zijn partner op dat hij wat verstrooid wordt. Tijdens de tweede fase treedt er verwardheid in tijd op en heeft de dementerende voortdurend hulp nodig. Zo ook Maarten. Hij kan eigenlijk niet goed alleen meer zijn en als Vera toch even weg moet, sluit ze de deur af. Maarten denkt echter dat hij een vergadering heeft en gooit het raam in. Hij krijgt moeite met de Engelse taal en komt bijvoorbeeld niet op het juiste woord bij het invullen van een kruiswoordpuzzel. Hij raakt de werkelijkheid kwijt. Tijdens het derde stadium leeft Maarten vooral in het verleden. Zijn korte termijngeheugen is erg slecht. Als hij Phil, de gezinshulp die samen met Vera voor Maarten zorgt, ontmoet is hij enkele tellen later alweer haar naam vergeten. Hoewel hij nog wel waarneemt, vergeet hij de werkelijkheid voortdurend. Tot slot komt de patiënt in de vierde fase en leeft hij volkomen in zijn eigen wereld: de werkelijkheid lijkt niet meer te bestaan. Maarten weet niet meer wie hij zelf is en wie Vera is. Bernlef beschreef de aftakeling van Maarten zó goed dat hij complimenten kreeg van hersenfysiologen en zelfs uitgenodigd werd als voorzitter van een geriatrisch congres. Of hij die schnabbel ook daadwerkelijk heeft aangenomen is niet bekend.

Advertentie

Over Nicole Cordewener

Mijn naam is Nicole Cordewener en dit is mijn digitale portfolio.
Dit bericht werd geplaatst in Literair. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s