Om onze stage toch een wetenschappelijk tintje te geven, kregen we de opdracht mee om een essay te schrijven naar aanleiding van onze stage. Tijdens een van de ochtendvergaderingen merkte ik dat er nogal wat onenigheid bestond over de manier waarop de Arnhemse redactie had geschreven over Martin van M. Hij is voorzitter van een politieke partij in Arnhem en werd beschuldigd van het bezit van kinderporno. Heeft het nog wel zin om zijn achternaam af te korten als iedereen wel weet wie er bedoeld wordt? In dit essay ging ik op zoek naar de bestaande regelgeving op dit gebied.
—-
Hoge bomen vangen veel wind
Door Nicole Cordewener
Nieuwssite http://www.nu.nl plaatste op zaterdagmiddag 27 november een opvallend bericht over een Arnhemse politicus die is aangehouden voor het bezit van kinderporno. ‘Het gaat om de 59-jarige Martin van M., van de twee leden tellende fractie van Pro Arnhem.’[1] Het komt enigszins belachelijk over dat http://www.nu.nl nog de moeite neemt om de naam van de verdachte af te korten met een initiaal, terwijl het een koud kunstje is om zijn achternaam op te zoeken op het internet. Het is niet de eerste keer dat de volledige naam van een verdachte voor het oprapen ligt, denk maar aan het drama op Koninginnedag in 2009. RTL en http://www.nu.nl hielden krampachtig vast aan Karst T., terwijl de achternaam Tates al bekend was gemaakt door het NOS Journaal en het AD.[2] Hetzelfde gebeurde met de moordenaar van Pim Fortuyn, die door media zowel Volkert van der G. als Volkert van der Graaf wordt genoemd.[3]
Het is een journalistiek gebruik om verdachten zo onherkenbaar mogelijk in beeld te brengen. Daarom worden initialen en tekeningen gebruikt in plaats van volledige namen en foto’s met het bekende balkje. Waarom is in bovenstaande gevallen afgeweken van deze gewoonte? Hoe gaan media in de praktijk om met de bescherming van de privacy van daders? Waar liggen de grenzen? Wat zal er gaan gebeuren met de initialenkwestie? Aan de hand van het dilemma omtrent Martin van Meurs wil ik laten zien dat dagbladen hier verschillende opvattingen over hebben. Ik probeer een antwoord te vinden op het dilemma waar veel journalisten voor komen te staan: gebruik ik initialen of schrijf ik de naam van een verdachte voluit?
1. Een duik in de geschiedenis
Het vervangen van een volledige naam door initialen is iets wat heel ver teruggaat. Herman Franke deed onderzoek naar de misdaadverslaggeving in het Algemeen Handelsblad, de eerste krant die vanaf 1 november 1831 dagelijks verscheen. Namen worden volledig vermeld, evenals de woonplaats en soms zelfs het woonadres van de verdachte. Ook het uiterlijk speelt een rol in de berichtgeving. Pas in 1839 verschijnen de eerste artikelen waarin uitsluitend initialen zijn gebruikt.[4] In de periode die volgt is er sprake van ‘een gevarieerde praktijk’.[5]
Na de Tweede Wereldoorlog kiezen journalisten er steeds vaker voor om de volledige naam van een verdachte te publiceren. In 1953 laat de Commissie Justitie-Politie-Pers weten dat zij het hier niet mee eens is. Zij vindt het juist een goede gewoonte om verdachten aan te duiden met initialen. De commissie zou het toejuichen als de pers deze gewoonte in ere wil herstellen. In datzelfde jaar leggen hoofdredacteuren deze regel vast als algemene richtlijn, ook wel de initialen-oekaze genaamd.[6]
Vanaf die tijd houden journalisten zich aan deze regel. De Volkskrant, Trouw en NRC Handelsblad besluiten zelfs om identificeerbare gegevens helemaal weg te laten. In de jaren tachtig kwam het gebruik van volledige namen weer even terug bij bepaalde fraude- en milieuaffaires.[7] En aan het begin van de 21e eeuw werd de kwestie weer actueel dankzij de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Geert-Jan Laan, hoofdredacteur van Dagblad van het Noorden, besloot bewust om de volledige naam van de moordenaar van Pim Fortuyn te noemen in zijn krant.[8]
Ook politici als Geert Wilders hebben een mening over deze kwestie. ‘Stuur criminelen niet langer op vakantie, maar zet hun naam en foto en misdrijf op internet’, zei hij in 2007.[9] Anno 2011 lijkt de initialenkwestie weer een belangrijk onderwerp op de journalistieke agenda te zijn geworden.
2. Publieke figuren
Hoewel de initialen-oekaze in 1953 vrijwel probleemloos is aangenomen, zijn er echter nog wel wat uitzonderingen op de regel. Zo vond de Commissie Justitie-Politie-Pers al dat de initialenkwestie niet van toepassing was wanneer een vooraanstaande persoonlijkheid de verdachte in een strafzaak is. ‘Dit feit kan toch onmogelijk geheim blijven’. [10] Thijs Willem van Veen, op dat moment adjunct-hoofdredacteur van Het Vrije Volk, vindt ook dat journalisten de volledige naam van vooraanstaande mensen mogen noemen als zij verdachte zijn.[11]
Media kiezen er in dit soort situaties vaak voor om dan toch de volledige naam van de publieke persoon weer te geven. Een van de eerste keren dat dit voorkwam, was in 1968. Er verscheen toen een artikel over de landbouwer J.T.M. uit Nieuw-Scheemda. Deze man bleek een aanrijding te hebben veroorzaakt en was, zoals Het Vrije Volk ontdekte, destijds de voorzitter van de CHU-fractie in de Tweede Kamer. Reden voor die krant om de volledige naam van de politicus te publiceren. Andere dagbladen volgden.[12]
Ulco van de Pol stelt in zijn proefschrift dat publieke figuren vanaf dat moment bij hun volledige naam genoemd worden in de media. Hij geeft het voorbeeld van Erica Terpstra die in 1983 in het nieuws kwam, omdat ze onder invloed een botsing had veroorzaakt. Trouw liet weten dat er andere normen gelden voor leden van de volksvertegenwoordiging. De kiezers hebben het recht om dit soort dingen te weten te komen, zo stelt de krant.[13]
Er zijn nog meer uitzonderingen mogelijk op de initialenkwestie, deze zullen kort aan bod komen in de volgende twee paragrafen.
3. Initialen versus namen
De privacy van verdachten en veroordeelden kan dus beschermd worden door initialen te gebruiken en verder alleen leeftijd, woonplaats en beroep (mits relevant) te vermelden. Dat zijn de criteria waar de Raad voor de Journalistiek op let als zij uitspraak doet over zaken waarbij de privacyregel in het geding is. De Raad beoordeelt dan of het artikel maatschappelijk aanvaardbaar is en of er geen journalistiek belang mee gemoeid is.[14]
3.1 Voor initialen
In ons land ben je onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Een verdachte is daarom nog steeds onschuldig, ook al zit hij vast in afwachting op zijn proces. Voor een veroordeelde geldt dat het noemen van zijn volledige naam een resocialisatie kan doen mislukken. Daarnaast kan het zijn straf verzwaren. Als bijvoorbeeld uitkomt dat iemand veroordeeld is voor pedofilie, dan kan hij een hele vervelende tijd hebben in de gevangenis. Al deze persoonlijke belangen horen zwaarder te wegen dan het journalistieke of algemene belang.[15]
Dimitri Tokmetzis beschreef in 2009 hoe twee Duitse moordenaars na hun vrijlating van Wikipedia en verschillende media eisten dat hun namen zouden worden ingekort tot initialen. Er waren honderdduizenden zoekresultaten op de namen Wolfgang Werle en Manfred Lauber. In Duitsland geldt dat je na je vrijlating ook weer helemaal schuldenvrij bent. Je hebt je straf uitgezeten. In ons land geldt deze regeling niet, maar dit voorbeeld geeft wel aan dat het gebruik van volledige namen een gigantische impact heeft op het privéleven van een verdachte. Zeker met de moderne technologie. Alles wat op internet komt te staan, blijft altijd online te vinden.
3.2 Voor volledige namen
Thijs Willem van Veen, toenmalig adjunct-hoofdredacteur van Het Vrije Volk, gaf in 1950 al een aantal argumenten voor de vermelding van namen in de berichtgeving:
- De pers moet nieuws toegankelijk maken voor de massa. Het publiek kan zich beter inleven door de betrokkenen herkenbaar te maken.
- Een naam maakt het voor lezers gemakkelijker om een zaak te volgen, zeker als de artikelen in een langere tijdsperiode verschijnen.
- Het is mogelijk om het optreden van justitie effectiever te controleren, bijvoorbeeld of er misbruik is gemaakt van de arrestatiebevoegdheid.
- De kans op persoonswisseling is kleiner.
- In kleinere gemeenschappen is het mogelijk om verdachten op basis van initialen te achterhalen. ‘Het is dus zinniger ieder te laten weten wat er met de verdachte gebeurd is en dus maar zijn naam te noemen.’
- Soms kan het in belang van het onderzoek zijn om een naam juist wel te noemen, denk maar een beruchte moordenaar die eindelijk is gearresteerd.[16]
Toen Geert-Jan Laan in 2002 en 2003 hoofdredacteur van Dagblad van het Noorden was, noemde hij het gebruik van initialen in het geval van Volkert van der G. hypocriet. ‘Want het gaat hier om een zaak die uitgebreid belicht is in de media. Daarnaast is hij uitgebreid geportretteerd.’ Zoiets mag volgens Laan alleen als de verdachte officieel is aangeklaagd en een openbare rechtszaak krijgt.[17] Volgens die gedachtegang is het ook hypocriet dat Van Meurs door sommige media aangeduid wordt met initialen.
Dimitri Tokmetzis, freelance correspondent in Amerika, gaat nog een stapje verder. Hij is van mening dat als je een misdrijf begaat, jouw gedrag onderdeel wordt van de publieke rechtspraak. En die publieke rechtspraak is openbaar. Je hebt dus als het ware een deel van je privacy opgegeven. Ben je het daar niet mee eens, dan had je dat moeten bedenken voor je een misdrijf pleegde.[18]
Ook journalist Sytse Wilman pleit voor een verruiming van de initialenkwestie. Hij stelt dat er nu al uitzonderingen zijn, bijvoorbeeld ‘als de verdachte een publiek persoon is, zelf de publiciteit zoekt of als zijn identiteit van doorslaggevend belang is voor de nieuwswaarde van het bericht. Daar zouden wat mij betreft grote zaken, die de hele samenleving schokken en ook internationaal nieuwswaarde hebben, aan toegevoegd moeten worden. In die schaarse gevallen zouden Nederlandse kranten minder krampachtig met het namenbeleid om moeten gaan.’[19]
3.3 Geen namen en geen initialen
A. Maandag pleit in De Journalist voor een derde optie: in principe worden geen namen geplaatst, ook geen initialen en bij wijze van hoge uitzondering in schokkende zaken mag de volledige naam gepubliceerd worden.[20] Er zijn al regionale media die voor deze optie kiezen, omdat in kleine gemeenschappen de kans op herkenning veel groter is, zelfs als initialen worden gebruikt.[21]
4. De journalistieke codes
In 1953 werd de privacyregel, de initialen-oekaze, door hoofdredacteuren vastgelegd. Dit beginsel is overgenomen door andere journalistieke organisaties en maakt onderdeel uit van journalistieke leidraden en codes. Zo is er de Raad voor de Journalistiek: het zelfregulerende orgaan voor media in ons land. Wie klachten heeft over journalistieke producties, kan bij de Raad vragen om een uitspraak. In artikel 2 over Privacy wordt duidelijk hoe de Raad denkt over de initialenkwestie:
‘2.4.1. De journalist zal de privacy van personen niet verder aantasten dan in het kader van zijn berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk is. Een inbreuk op de privacy overschrijdt de grenzen van zorgvuldige journalistiek wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie.
2.4.2. Voor mensen met publieke c.q. min of meer openbare functies en voor bekende Nederlanders is een zekere mate van blootstelling aan ongewilde publiciteit onvermijdelijk. Hun privégedrag en gedrag in besloten en privé-omgeving hebben recht op bescherming tegen ongewilde inbreuken, tenzij dat gedrag aantoonbaar van invloed is op hun publiek functioneren.
2.4.6. De journalist voorkomt dat hij gegevens in woord en beeld publiceert waardoor verdachten en veroordeelden buiten de kring van personen bij wie ze al bekend zijn, eenvoudig kunnen worden geïdentificeerd en getraceerd.
Aan deze regel is de journalist niet gehouden wanneer:
– de naam een wezenlijk bestanddeel van de berichtgeving is;
– het niet vermelden van de naam wegens de algemene bekendheid van de betrokkene geen doel dient;
– door het niet vermelden van de naam verwarring kan ontstaan met anderen die hierdoor voorzienbaar kunnen worden geschaad;
– het vermelden van de naam gebeurt in het kader van opsporingsberichtgeving;
– de betrokkene zelf de openbaarheid zoekt.’[22]
Het is opmerkelijk dat de initialenkwestie niet specifiek wordt toegelicht. De Raad houdt het op ‘het voorkomen dat gegevens in woord en beeld worden gepubliceerd waardoor verdachten en veroordeelden kunnen worden geïdentificeerd’. Het is niet duidelijk hoe journalisten dit in de praktijk moet brengen. De Code voor de Journalistiek van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en het Genootschap van Hoofdredacteuren zeggen iets soortgelijks onder artikel 19:
‘De journalist ontziet de privacy van slachtoffers, nabestaanden, patiënten maar ook van verdachten en daders door de algemene herkenbaarheid van betrokkenen in de berichtgeving te vermijden in al die gevallen waarin deze personen onevenredig nadeel van herkenbaarheid zullen ondervinden en voor zover het vermijden van herkenbaarheid niet in strijd is met het belang van een adequate berichtgeving.’[23]
Het stijlboek van NRC Handelsblad bijvoorbeeld is hier veel concreter in:
‘De identiteit van justitiële verdachten en veroordeelden wordt alleen aangegeven met initialen. De krant is neutraal ten opzichte van justitie. Wij werken niet mee aan opsporing, wij vervolgen en veroordelen niet – wij berichten. Met naam in de krant staan kan een extra straf zijn en dat moeten we voorkomen. Verder kunnen, zeker als het om weinig voorkomende namen gaat, familieleden betrokken raken bij een daad waaraan zij part noch deel hebben.
Sekse, woonplaats, beroep en afkomst worden alleen vermeld als deze relevant zijn. Wanneer de persoon zo bekend is dat initialen absurd zijn (de oud topvoetballer Johan C.) vermelden we wel de volledige naam. Hebben betrokkenen er zelf geen bezwaar tegen, dan kunnen we de naam vermelden.
Dat een naam elders, bijvoorbeeld op internetsites, wél volledig wordt gemeld, ontslaat ons niet van de plicht een eigen afweging te maken.’[24]
Dankzij deze concrete richtlijn, is NRC Handelsblad de enige krant die consequent een initiaal gebruikt in het geval van de ontsnapte tbs-patiënt Wilhelm Schippers. Zijn volledige naam is vrijgegeven om hem zo snel mogelijk te kunnen opsporen. Kranten krijgen het moeilijk als Schippers weer wordt aangehouden. Hij is nog een verdachte, maar zijn volledige naam is enkele dagen eerder bekend gemaakt. Hoe nu verder? Er heerst grote twijfel onder de dagbladen. Soms worden vijf verschillende benamingen (W.S., Schippers, Schipper, Wilhelm S. en Willem S.) in één krant gebruikt. Het ene dagblad ging van naam naar initiaal over (Telegraaf, Trouw), een andere krant deed het tegenovergestelde (de Volkskrant) en het AD wisselde van initiaal naar naam naar initiaal.[25]
5. De Gelderlander
Waar de codes van de Raad voor de Journalistiek en NVJ erg theoretisch en ‘vaag’ blijven, is die van een dagblad als NRC Handelsblad juist erg praktisch en direct toe te passen. De regionale krant De Gelderlander geeft in haar code een summiere beschrijving hoe journalisten dienen te handelen om de privacy van betrokkenen te beschermen. De code van De Gelderlander zegt: ‘De journalist zal de privacy van slachtoffers, nabestaanden, patiënten, maar ook van verdachten en daders niet verder aantasten dan in het kader van een open berichtgeving noodzakelijk is.’[26]
Zoals hoofdredacteur Kees Pijnappels in een column ook beschrijft, is er veel discussie geweest binnen de redactie of Van Meurs wel of niet met zijn volledige naam in de krant zou komen. Een aantal journalisten meent dat er gewerkt moet worden met initialen en zwarte balkjes op foto’s. Er wordt uiteindelijk anders besloten. Op internet en in de krant vragen lezers zich af waarom er van de normale gang van zaken is afgeweken. Tom Ruijfrok is redactiechef in Arnhem als blijkt dat de opgepakte verdachte de bekende politicus Van Meurs is. Hij legt uit:
‘Maar dit is geen gewone zaak. De verdachte is een zeer bekende Arnhemmer, die werkzaam is in de publieke sector en ook een publiekelijke verantwoordelijkheid draagt. Bovendien heeft het onderzoek dat momenteel naar de activiteiten van Van Meurs loopt, direct gevolgen voor het functioneren van de lokale democratie. Van Meurs speelt als lid, fractievoorzitter en vice-voorzitter van de Arnhemse gemeenteraad een cruciale rol in de lokale politiek. De twee weken voorarrest voor Van Meurs zullen hoe dan ook consequenties hebben voor het functioneren van die lokale politiek. Een regionale krant kan onmogelijk melding maken van die gevolgen zonder ook de oorzaken uit de doeken te doen.’[27]
Pijnappels is het met hem eens en schrijft dat de redactie het uiteindelijk snel eens was over deze zaak. ‘Het betreft hier een verdachte wiens identiteit we niet verhullen, omdat hij een publieke (voorbeeld)functie bekleedt. Net zomin als die van de burgemeester die wordt betrapt op rijden onder invloed.’[28] Of zoals hij in een mailtje uitlegde aan de redacties: hoge bomen vangen veel wind. Evers zegt iets soortgelijks: ‘Wie vaak in het nieuws is en ook zelf regelmatig de publiciteit zoekt, moet dan ook niet zeuren wanneer die publiciteit soms onaangenaam is.’[29]
5.1 Het vervolg
De soap rond Van Meurs krijgt nog een staartje. Verslaggever Berrie van Helden probeert in contact te komen met de politicus om zijn kant van het verhaal te horen. Deze wil hier nog niet over praten, dat wil hij pas als de rechter uitspraak heeft gedaan. Wel stuurt de verdachte een aantal columns in, waarin hij het gebeuren omschrijft als een misstap. De redacteur in kwestie vond dit nieuws en publiceerde dat, samen met een aantal fragmenten uit de columns. De Gelderlander krijgt veel reacties op deze publicatie. ‘Stuitend’, noemen lezers het dat een verdachte op die manier een podium krijgt dat hij niet verdient. Het zou getuigen van weinig respect naar de eventuele slachtoffers van Van Meurs.[30]
In de verslaggeving rond Van Meurs is de redactie volgens lezer Henk Keizer over de grens van het journalistiek fatsoenlijke gegaan. John Bruinsma, op dat moment chef redactie in Arnhem, reageert hier als volgt op: ‘Omdat hij als publiek figuur verwikkeld is geraakt in een heftige zaak, is zijn naam de afgelopen maanden al op straat beland. Het zou hypocriet zijn geweest de zaak niet uitvoerig te belichten nu de vuile was in de rechtszaal is buiten gehangen. Zijn foto lieten we wel weg. Alsook alle ranzige details die tijdens de rechtszaak voorbij kwamen.’[31]
6. Andere media
De Gelderlander is niet de enige krant die Van Meurs bij zijn volledige naam noemt. Andere kranten van Wegener, zoals De Stentor, Brabants Dagblad en BN/De Stem, volgen het voorbeeld van de Gelderse krant. Al deze dagbladen kiezen ervoor om de volledige naam van Van Meurs te publiceren in hun artikelen. Omdat de kranten onderdeel van hetzelfde bedrijf zijn, wordt er onderling kopij uitgewisseld. De redactie in Arnhem draagt zorg voor de artikelen rond Van Meurs, waarna andere redacties de stukken kunnen overnemen of naar wens kunnen aanpassen. Het is dus goed mogelijk dat het vermelden van Van Meurs’ volledige naam dus een kwestie van overnemen is.
Alle andere media (Metro, de Volkskrant, Trouw en Reformatorisch Dagblad) die over de zaak schrijven besluiten om de verdachte, net als http://www.nu.nl, aan te duiden als Martin van M. uit Arnhem. Toch vermelden vrijwel alle kranten erbij dat hij de fractievoorzitter is van de lokale partij Pro Arnhem en vaak ook dat hij 59 jaar is. Vermoedelijk is deze informatie direct overgenomen van een ANP-bericht. In het enkele geval dat er een foto bij een artikel wordt geplaatst, besluit het AD bijvoorbeeld om een zwart balkje over de ogen van Van Meurs te plaatsen.[32] De Gelderlander doet dit bewust niet.[33]
7. Buitenland
Hoe gaan media in andere landen om met de privacy van verdachten? Want internet is niet gebonden aan grenzen en laat buitenlandse normen en waarden toe in ons land.[34] Zo heeft het weinig zin om een Britse moordenaar die bij naam genoemd wordt in zijn eigen land, in Nederlandse media aan te duiden met initialen. ‘De reden is dat de schade die verdachten in het buitenland zouden kunnen ondervinden van een vermelding in onze krant, in het algemeen zeer gering is’, schrijft Birgit Donker, oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad.[35] In veel landen worden verdachten gewoon naar voren gebracht met hun volledige naam. Denk maar aan Osama Bin Laden en O.J. Simpson. Toch zijn er ook uitzonderingen. Toen in 1986 de Zweedse premier vermoord werd, wist men twee jaar lang alle verdachten aan te duiden met initialen.[36]
In België proberen ze eveneens om verdachten zoveel mogelijk met initialen neer te zetten in de media. De initialenkwestie die hier soms hoog kan oplaaien, krijgt bij onze zuiderburen minder aandacht. Zo leggen zij de privacyregels minder expliciet vast dan wij. Wel hebben de Belgen een uitzondering gemaakt voor de gruweldaden van Marc Dutroux, die al met zijn volledige naam in de media verscheen voordat hij veroordeeld was. De Belgische Raad voor de Journalistiek zei hierover ‘dat in deze zaak het recht op informatie primeert op het recht op privacy van beschuldigde Dutroux.’[37]
8. Conclusie
Dat de Gelderlander politicus Martin van Meurs met zijn volledige naam in de krant heeft gezet, lijkt mij een terechte keuze. Vrijwel alle bronnen zijn het erover eens dat een journalist zoveel mogelijk moet proberen om verdachten onherkenbaar neer te zetten. Maar zij stellen ook dat er andere regels gelden voor publieke figuren als Van Meurs. De vraag is nu wat dit betekent voor de initialenkwestie. In hoeverre is het nog vol te houden om verdachten met initialen aan te duiden als iemand al herkenbaar is aan zijn leeftijd, woonplaats en beroep? Zeker nu we met behulp van internet in no time kunnen achterhalen wie bedoeld wordt met de gebruikte initialen en gegevens. Een website als Geen Stijl maakt er een sport van om aan zoveel mogelijk privégegevens te komen. Denk ook maar eens aan de zaak Milly Boele. Toen eenmaal bekend was dat de dader Sander V. was, verschenen zijn Hyvesfoto’s in de media (weliswaar voorzien van het zwarte balkje).
De discussie lijkt niet meer te draaien rond de initialenkwestie, maar is veel omvattender. De privacy van een verdachte is in het geding. Digitale media spelen hierbij een rol. Manfred Lauber en Wolfgang Werle pleegden in 1990 een moord, zaten hun straf uit, maar worden nog dagelijks geconfronteerd met hun misdaad. Met enkele muisklikken zijn duizenden resultaten te vinden waaruit het verleden van deze twee duidelijk wordt. Wat eenmaal op internet staat, gaat nooit meer weg.[38] Volgens Sytse Wilman houdt de Raad voor de Journalistiek te weinig rekening met de gevolgen of huidige technologische inzichten waarmee een verdachte door het publiek kan worden opgespoord.[39]
Het is opvallend dat sommige media besloten hebben om Van Meurs toch met initialen aan te duiden, terwijl via lokale media achterhaald kan worden wat zijn volledige naam is. Bovendien heeft Van Meurs een unieke functie als voorzitter van een politieke partij. In combinatie met zijn initialen kan zijn identiteit in enkele seconden achterhaald worden. Het komt daarom enigszins bespottelijk over om te blijven vasthouden aan voorletters.
Ik ben van mening dat alle media dezelfde regel zouden moeten hanteren. Als buitenlandse media de naam van een verdachte in hun land publiceren, dan nemen wij dit over. Doet een Nederlandse krant dit, dan blijven andere media stug volhouden aan de initialenregel. Hun berichtgeving komt op die manier erg bespottelijk over, zeker als er zoveel aanvullende gegevens worden gepubliceerd dat de initialenregel teniet wordt gedaan.[40] De Raad voor de Journalistiek of de NVJ zou haar code moeten aanpassen en praktische richtlijnen kunnen bieden, bijvoorbeeld zoals NRC Handelsblad dit doet. Op die manier is er meer duidelijkheid voor journalisten. Bovendien zouden alle kranten dezelfde regels moeten hanteren. Dat is nu nog niet het geval, zo constateert Evers.[41] En dit blijkt ook uit het voorbeeld over Wilhelm Schippers. Ook het publiek klaagt regelmatig over het niet consequent hanteren van de initialenregel. Het is niet voor niets dat kranten een ombudsman of lezersredacteur in huis hebben.[42]
Welke kant de initialenkwestie ook opgaat, er zal altijd een grijs gebied blijven bestaan als het gaat om privacyregels en journalistieke ethiek. Het staat echter buiten kijf dat in de toekomst een heldere en aangepaste code nodig zal zijn. Want met de technologische ontwikkelingen van nu zal het onmogelijk zijn om verdachten onherkenbaar houden, ook al doen de media daar nog zo hun best voor.
[1] http://www.nu.nl/binnenland/2389067/arnhemse-politicus-opgepakt-kinderporno.html, geraadpleegd op 3 april 2011.
[2] http://www.rethinkingmedia.nl/2009/05/07/karst-tates-of-karst-t/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[3] http://www.denieuwereporter.nl/2009/11/een-zinloos-proces-%e2%80%93-privacy-en-straf/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[4] Franke, Herman. Van schavot naar krantenkolom: over de ontwikkeling van de misdaadverslaggeving in het Algemeen Handelsblad vanaf 1828 tot 1900. Amsterdam: Sociologisch instituut Universiteit van Amsterdam, 1981, p. 21-22.
[5] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 106.
[6] Pol, Ulco van de. Openbaar terecht. Een onderzoek van het openbaarheidsbeginsel in de strafrechtpleging. Arnhem: Gouda Quint bv, 1986, p. 298-299.
[7] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 106.
[8] http://members.multimania.nl/integerejournalisten/media/initialen/index.html, geraadpleegd op 3 april 2011.
[9] Wilman, Sytse. ‘De initialenregel moet worden verruimd’. Beschikbaar via: http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011
[10] Rapport Commissie Justitie-Politie-Pers, ’s-Gravenhage, 1953, p. 23.
[11] Pol, Ulco van de. Openbaar terecht. Een onderzoek van het openbaarheidsbeginsel in de strafrechtpleging. Arnhem: Gouda Quint bv, 1986, p. 298-299.
[12] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 106.
[13] Pol, Ulco van de. Openbaar terecht. Een onderzoek van het openbaarheidsbeginsel in de strafrechtpleging. Arnhem: Gouda Quint bv, 1986, p. 219.
[14] http://members.multimania.nl/integerejournalisten/media/initialen/index.html, geraadpleegd op 3 april 2011.
[15] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 107.
[16] Pol, Ulco van de. Openbaar terecht. Een onderzoek van het openbaarheidsbeginsel in de strafrechtpleging. Arnhem: Gouda Quint bv, 1986, p. 298-299.
[17] http://members.multimania.nl/integerejournalisten/media/initialen/index.html, geraadpleegd op 3 april 2011.
[18] http://www.denieuwereporter.nl/2009/11/een-zinloos-proces-%e2%80%93-privacy-en-straf/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[19] http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[20] Maandag, A. ‘Balkjes en initialen’. In: De Journalist, 22 december 2004.
[21] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 108.
[22] Leidraad Raad voor de Journalistiek. Beschikbaar via: www.rvdj.nl, geraadpleegd op 3 april 2011.
[23] Code voor de Journalistiek. Beschikbaar via: http://www.genootschapvanhoofdredacteuren.nl/het_genootschap/code-voor-de-journalistiek.html, geraadpleegd op 3 april 2011.
[24] Stijlboek NRC Handelsblad. Beschikbaar via http://apps.nrc.nl/stijlboek/initialen-bijnaam, geraadpleegd op 3 april 2011.
[25] http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[26] Pijnappels, Kees. ‘Namen’. In: De Gelderlander, 18 december 2010.
[27] Reactie Tom Ruijfrok op ‘Zaak van Meurs verbijstert raad Arnhem’, beschikbaar via http://www.gelderlander.nl/voorpagina/arnhem/7704501/Zaak-Van-Meurs-verbijstert-raad-Arnhem.ece?start=6&sort=asc#reakties, geraadpleegd op 3 april 2011.
[28] Pijnappels, Kees. ‘Namen’. In: De Gelderlander, 18 december 2010.
[29] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 115.
[30] Bruinsma, John. ‘Misstap’. In: De Gelderlander, 12 februari 2011.
[31] Bruinsma, John. ‘Heftig’. In: De Gelderlander, 5 maart 2011.
[32] http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/573339/2011/03/15/Ex-wethouder-fantaseerde-over-misbruik-kleine-sletjes.dhtml, geraadpleegd op 3 april 2011.
[33] http://www.gelderlander.nl/voorpagina/arnhem/7702477/Martin-van-Meurs-zit-vast-wegens-kinderporno.ece, geraadpleegd op 4 april 2011.
[34] http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[35] http://vorige.nrc.nl/opinie/article1868767.ece/Dubbele_moraal?service=Print, geraadpleegd op 3 april 2011.
[36] http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[37] http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[38] http://www.denieuwereporter.nl/2009/11/een-zinloos-proces-%e2%80%93-privacy-en-straf/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[39] http://www.denieuwereporter.nl/2007/09/de-initialenregel-moet-worden-verruimd/, geraadpleegd op 3 april 2011.
[40] Evers, Huub. Journalistiek en ethiek. Delft: Eburon, 1987, p. 87.
[41] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 114.
[42] Evers, Huub. Media-ethiek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff, 2007, p. 108.